Hoe kwam je op het idee voor ‘Het vrouwenhofje’? Deze vraag wordt mij vaak gesteld. Het antwoord: De mooiste verhalen liggen vaak voor je neus.
Al jaren wilde ik een historische roman schrijven. Het liefste in een Spaanse of Italiaanse stad. Ter plekke onderzoek doen en dan in een mooie kamer met wapperende gordijnen het verhaal schrijven. Heel romantisch, ik zag het helemaal voor me! Maar tegelijkertijd ook niet. Maanden zonder mijn gezin is niks voor mij.
Op een dag reed ik de brug bij Leerdam over. Het was al donker en mijn oog viel op het sprookjesachtig verlichte koepeltje van het Hofje van mevrouw van Aerden. Talloze keren ben ik er langs gereden, en zoals altijd kreeg ik het gevoel van ‘bijna thuis’. Opeens realiseerde ik me dat ik bijna niets van het Hofje wist. Thuis ging ik op onderzoek uit en ontdekte ik dat het Hofje was gesticht door Maria van Aerden en dat zij op twintigjarige leeftijd trouwde met de bijna dertig jaar oudere notaris Pieter. Dat maakte me nieuwsgierig.
Waarom zou Maria willen trouwen met een man die nog ouder was dan haar vader? Wilde ze ontsnappen aan de armoede? Dat leek me onwaarschijnlijk, want ze was niet arm als dochter van een chirurgijn en leraar aan de Latijnse school. De status van haar familie was maar iets lager dan die van Pieter. Mijn fantasie sloeg op hol! Misschien had ze wel een minnaar die haar familie echt niet zag zitten en beloofde ze hem te trouwen zodra Pieter was overleden?
En daar was het idee voor Het vrouwenhofje!